De banksector maakt deel uit van een pilootproject tegen burn-out. Dat heeft minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid Maggie De Block op haar website bekendgemaakt. In november 2018 krijgen duizend medewerkers die een burn-out hebben of zich in de gevarenzone bevinden een begeleidingstraject op maat aangeboden.
Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat werknemers in de banksector een groter risico lopen op een vroegtijdige burn-out of er vaker effectief door getroffen worden. Hetzelfde geldt voor de ziekenhuissector, die ook deelneemt aan het project. Duizend mensen die het werk al meermaals kort onderbroken hebben of al minstens twee maanden arbeidsongeschikt zijn, komen in aanmerking voor het begeleidingstraject.
Het aantal burn-outs en stress-gerelateerde aandoeningen is de afgelopen jaren sterk gestegen, stelt minister De Block. Preventie is daarom de beste weg naar een duurzame oplossing. ‘Het kan zo niet langer blijven duren. Niet alleen de getroffen werknemers zelf maar ook hun families en hun collega’s lijden hieronder. Werkgevers, werknemers en de overheid moeten er samen werk van maken.’
Het pilootproject is ontwikkeld door het Federaal agentschap voor beroepsrisico’s (Fedris). Doel is om werknemers via gepersonaliseerde begeleiding aan het werk te houden of snel weer aan het werk te krijgen. Burn-out wordt beschouwd als beroepsgerelateerde ziekte, en niet als beroepsziekte, waardoor naast de begeleiding van de werknemer ook de werkomgeving wordt aangepakt.
De looptijd is maximaal negen maanden, verspreid over zeventien sessies. In de klinische raadplegingen komen thema’s als stressbeheer, levenshygiëne en het beroepsplan van de werknemer aan bod. De werknemer krijgt zowel de sessies als de bijhorende verplaatsingskosten terugbetaald. Het project wordt na twee jaar geëvalueerd en kost 2,5 miljoen euro.
