Sarajevo. Zagreb. Mostar. Banjaluka. Dubrovnik. Skoplje. Herceg-novi.
Het zijn mij bekende steden; ooit waren ze onderdeel van het land Joegoslavië, het land waar ik ben geboren.
Joegoslavië bestaat niet meer maar er is iets anders wat deze steden gemeenschappelijk hebben: de laatste tijd kon je er best wat kleine aardbevingen voelen.
Bij 50-plussers uit die regio van Europa wekken die kleine, onschuldige aardbevinkjes veel angst op: in de jaren ‘60 werden drie delen van toenmalige Joegoslavië getroffen door zeer zware aardbevingen, met enorme schade en slachtoffers tot gevolg. Grote aardbevingen worden vaak voorafgegaan door een reeks kleine, onschuldige.
Voor de jongere generaties daar is er niets aan de hand: die hebben grote, zware aardbevingen gelukkig nooit meegemaakt. Maar dat zorgt wel voor een vals gevoel van ‘er kan niets gebeuren’.
De eerste handelsdagen in augustus op de beurzen waren dagen van scherp dalende koersen. Gelukkig hield dat niet te lang aan. Tot begin september, toen de koersen weer daalden. Ja, je zou kunnen zeggen, toen er weer een kleine financiële aardbeving voelbaar was.
Wat de database van het Europees Seismologisch Instituut is voor geologen, is de VIX voor beleggers. De VIX-index geeft de verwachte volatiliteit van de S&P 500 index weer. In volkstaal wordt die index dan ook angstindex van de beurs genoemd: als er wat naars aan de hand is/lijkt te zijn, spuit de index omhoog.
Kijkend naar die index, dan kunnen we gerust de conclusie trekken dat beleggers zich al heel lang nergens zorgen over maken. Alsof er niets aan de hand was in de wereld sinds, pak ‘m beet, 2009. Geen conflicten, geen oorlogen, geen crises, geen dreigen met nucleaire wapens, geen rampen, geen deglobalisering, geen vergrijzing, geen hoge inflatie. Niets van dat alles. Kijk maar naar de S&P500. Doorlopen mensen, niets aan de hand.
Die paniek van begin augustus en september was van korte duur. Wellicht omdat velen nog steeds menen dat de koersen alleen maar kunnen stijgen. Door hoge economische groei en als het niet door een sterke economie komt, dan zeker doordat de centrale banken zoals de Fed een helpende hand zullen toesteken. Net als de overheden overigens. Niks de onzichtbare hand van Adam Smith, maar de overduidelijk zichtbare handén van de Fed en van de overheden.
Wij zien dat nu aan de verwachtingen over hoe vaak en hoeveel de Fed de rente zal verlagen, terwijl de verwachtingen van diezelfde groep beleggers zijn dat de economie niet in een recessie zal komen maar alleen enige tijd minder uitbundig zal groeien. Ja, economisch zal het wat minder gaan, maar die helpende hand komt er wel. Tot diep in 2025, zo niet all the way tot het einde van 2025, en fors. Heel fors.
Is 2024 een scharnierpunt, net zoals, ik noem maar wat, 1971, een keerpunt is geweest?
Er gebeurt niet alleen veel in de wereld – dat is altijd zo, dus het kan geen definitie van een scharnierpunt zijn – maar er gebeuren majeure dingen: protectionisme, deglobalisering, terugkeer van industriepolitiek, lees toenemende inmenging overheden, vergrijzing, energietransitie, nietsontziende handelsoorlogen en ja, helaas, ook echte oorlogen.
Dit soort grote dingen zagen wij in het verleden in tijden van grote veranderingen, keerpunten. Economische aardbevingen, zo u wilt.
Een kenmerk van dat soort belangrijke gebeurtenissen is dat we die met een afstand in tijd, heel duidelijk kunnen aanwijzen maar op het moment zelf óf niet zien óf daar een beetje lacherig over doen, ondanks de vele waarschuwingen en indicatoren.
Voor een belegger is deze vaststelling overigens alles behalve een reden tot zorg. Sterker, het is een reden voor optimisme over de toekomst! Dat leert de historie ons namelijk, een belangrijke les uit de economische historie is…nee, dat komt zo, ik wil wel leuk afsluiten.
Eerst even naar hier en nu.
‘Een kenmerk van dat soort belangrijke gebeurtenissen is dat we die met een afstand in tijd, heel duidelijk kunnen aanwijzen maar op het moment zelf of niet zien of daar een beetje lacherig over doen, ondanks de vele waarschuwingen en indicatoren.’
Doet me denken aan mijn jeugd in Joegoslavië. Als ik er nu naar terugkijk, en ook naar de historie uit die tijd, dan denk ik: dat was toch duidelijk man!
Ik zie in de EU veel van wat destijds in Joegoslavië te zien was: noord versus zuid, twee verschillende gewenste koersen, wantrouwen, niet aanpakken of verkeerd aanpakken van economische problemen die vervolgens groter werden én muteerden in grote niet-economische, maatschappelijke problemen.
Met dit in mijn achterhoofd las ik bijvoorbeeld het rapport van Mario Draghi onlangs, over hoe Europa concurrerender te maken op het wereldtoneel.
Prima analyse, verkeerde kuur. Het is alsof iemand bij de dokter komt met allerlei kwaaltjes en de dokter zegt: komt allemaal doordat u al heel lang rookt, mijn kuur is: probeer een ander merk sigaretten. Slaat natuurlijk nergens op. Is wel de samenvatting van dat rapport.
Niet ‘goh, laten we eens kijken hoe het zo’n land als Nederland of Zwitserland al decennia, om niet te zeggen eeuwen, goed lukt concurrerend te zijn’ maar ‘laten we het aantoonbaar gefaalde economische model van Italië of Frankrijk niet alleen blijven proberen maar nu op de hele muntunie toepassen’.
Om, hoe ironisch, de Unie te redden. Ervaringen uit Joegoslavië leren ons een belangrijke les: het kan zomaar zijn dat dat de Unie niet redt maar uit elkaar rijt! Hopelijk leert men ervan. Als de euro ooit blijkt te mislukken, dan zal dat voor een belangrijk deel door het economische en monetaire beleid geschoeid op de Frans/Italiaanse leest. Deze vlag (Joegoslavië) bestaat niet meer; net zo geldt dat deze (Europese) niet per definitie voor eeuwig is, beleid doet ertoe.
Maar goed, zoals ik al zei: voor een belegger is de vaststelling dat we ons op een keerpunt bevinden, alles behalve een reden voor zorg. Sterker, het is een reden voor optimisme over de toekomst! Dat leert de historie ons namelijk, een belangrijke les uit de economische historie is dat crises kraamkamers zijn van betere tijden. Elke. Keer. Weer. Zonder. Uitzondering.
En dan heb ik het niet over betere tijden over enkele decennia. Nee, al in de tweede helft van dit decennium.
En dat is een geruststellende constatering voor ons beleggers, want wij beleggen allemaal met het oog op de middellange en lange termijn. Toch? Dus beleg ze, betere tijden komen eraan maar vergeet dat in de tussentijd, op de wat kortere horizons, in die turbulentie die een scharnierjaar kenmerkt, koersen echt kunnen dalen. Lang en fors ook. Als dat gebeurt, zorg ervoor dat dat je niet verrast en dat je dus rustig blijft. Hou koers. Scharnierjaar of niet, dan komt het goed.
Edin Mujagić is econoom, beheerder van Beleggingsfonds Hoofbosch en auteur van het boek Keerpunt 1971. Hij schrijft iedere maand voor Investment Officer een ECB Watch. Deze specifieke column schreef hij speciaal voor de zeventiende editie van het Fondsevent.