Financiële instellingen moeten in tijden van zware reglementering en digitalisering nog meer gaan samenwerken. Ook moeten banken zich duidelijk uitspreken voor klantvriendelijkheid en tegen onuitvoerbare politieke maatregelen.
Dat zegt CEO van Febelfin Karel van Eetvelt in gesprek met Investment Officer. ‘Het zijn Europa’s lokale economieën die door GDPR gepakt worden. De partijen waar het mee begon, ontspringen deels de dans.’
Na zeven maanden als topman van bankenkoepel Febelfin kijkt Van Eetvelt met bewondering naar alle mensen in de sector die druk in de weer zijn ‘om het laatste speldenknopje dat nog op de grond licht minutieus te controleren’. Het is geen geheim dat de voormalig Unizo-baas fundamentele bedenkingen heeft bij de manier waarop banken nieuwe regelgeving moeten implementeren:
‘De Europese Commissie is in mijn ogen wereldvreemd. Ze staan te weinig stil bij de impact van vergaande reglementering op de eigen economie. GDPR bijvoorbeeld, werd ontworpen om de Googles’ en Facebooks’ van deze wereld aan te pakken. In de praktijk zien we dat zij in staat zijn de wetgeving vrij simpel toe te passen, terwijl GDPR op lokale spelers een veel grotere impact heeft.’
Ongelijk speelveld dreigt
Toch gaan de banken met “heel veel gezond verstand” om met de nieuwe privacyregels, vindt van Eetvelt. ‘Ik heb nog geen enkele bank gehoord die de ambitie heeft om zomaar data vrij te geven. Het is mooi als nieuwe wetten leiden tot meer consumentenvertrouwen, maar de wetgever moet de consument ook beschermen tegen toekomstige risico’s. Daar ben ik nog niet helemaal gerust in.’
Van Eetvelt doelt op de niet-bancaire spelers die met nieuwe technologieën staan te trappelen om zich op de markt van de financiële dienstverlening te begeven. In het verleden heeft Europa niet altijd even adequaat gereageerd op disruptieve diensten en dat zorgt voor extra risico’s voor de consument en een ongelijk speelveld met traditionele sectoren, vindt hij.
‘Begrijp me niet verkeerd, we hebben disruptie nodig. Het wakkert innovatie aan en houdt ons scherp. Maar verschillende spelregels voor nieuwkomers in de markt “om hun toegang te faciliteren” dreigt nieuwe risico’s voor de consument te creëren. Ons motto blijft: dezelfde diensten vallen onder dezelfde regels en hetzelfde toezicht. Als de huidige regels te rigide zijn voor nieuwe spelers moet die rigiditeit aangepakt worden. Of Europa die visie deelt, is mij nog niet duidelijk.’
Marges onder druk
Dat regelgeving niet altijd het effect heeft dat zij beoogt, wordt ook duidelijk nu de sector volop bezig is met de implementatie van Mifid II. Er klinken steeds meer geluiden dat de vergaande reglementering grote partijen bevoordeelt en daardoor een concentratiebeweging zal forceren. Volgens Van Eetvelt valt dat nog af te wachten, maar echt ongerust is hij niet:
‘Wat betreft de implementatie van Mifid II lopen we in België voorop. Daar mogen we best trots op zijn. Natuurlijk moeten kleine partijen hun investeringen goed afwegen, maar ook zij leveren mooie inspanningen. Tegelijkertijd klopt het dat we geen miljardeninvesteringen kunnen blijven doen waar geen business tegenover staat. De rekening zal moeten worden betaald en met alle respect, finaal zal dat door de klant zijn.’
En de klant laten betalen voor bepaalde financiële diensten blijkt geen sinecure. Ondanks dat in België de kosten voor basisbankzaken bij de laagste in Europa behoren, klinkt er vanuit politieke hoek steeds weer gemorrel over de prijzen die banken voor hun service vragen. Onterecht, vindt van Eetvelt. Volgens hem zijn veel basisdiensten niet kostendekkend en moet daarom op andere diensten meer marges worden genomen.
‘De overheid toont soms twee gezichten. Langs de ene kant wil ze (te) goedkope diensten voor de consument. Langs de andere kant vraagt ze via de toezichthouder dat we een ROE tussen de 8 en 12 procent halen. De combinatie van beide is bijzonder moeilijk en voor veel banken zelfs niet haalbaar. Op middellange en lange termijn houdt dat een gevaar in.’
Meer efficiëntie en meer samenwerking
Van Eetvelt wijst op de lage rente, de verhoogde kosten van regelgeving en de zware investeringen in digitalisering. Hij denkt dat als de klant op een transparante manier geïnformeerd wordt over de kosten die de bank aanrekent– ook een vereiste in Mifid II – dit het vertrouwen van de consument in zijn bankier alleen maar zal versterken. Nu door de regelgeving en de verstrengde regels op het vlak van kostentransparantie bij banken ook de marges aan de beleggingskant onder druk komen, zullen financiële instellingen oplossingen moeten zoeken in meer efficiëntie en dat betekent nog meer samenwerken, zegt hij.
‘We moeten heel transparant zijn over onze kosten. En om alle kosten die geen nieuwe business opleveren de baas te blijven, moet er nog efficiënter gewerkt worden. Hiervan zie ik al mooie voorbeelden. Banken die bijvoorbeeld individueel nieuwe digitale toepassingen ontwikkelen om blockchain te kunnen gebruiken, zoeken verder in het proces elkaar steeds meer op. Dat is de weg die we moeten bewandelen.’
Klantvriendelijkheid
Als de sector verdere politieke regeldrift een halt wil toeroepen en de klant bereid wil vinden om voor bankdiensten te betalen, moet ze meer werk maken van klantvriendelijkheid vindt de CEO. Het huidige businessmodel waarbij klanten tussen verschillende banken moeten pingpongen voor een voordelige lening, zorgt ervoor dat het de sector maar niet lukt om haar penibele imago van zich af te schudden.
Van Eetvelt: ‘Als je als consument een krediet vraagt bij je eigen bank moet je vaak lang wachten op een voorstel en je krijgt niet meteen de meest competitieve voorwaarden. Dat is de reden waarom de man in de straat bankiers niet vertrouwt. Dit soort gedragingen weegt op het imago en werkt strenge regels in de hand. Op dat vlak moeten we als sector het geweer van schouder durven veranderen.’