Vermogensbeheerders

‘Locatie, locatie, locatie’: als we luxe wilden uitstralen, zaten we in een historisch herenhuis

Capital at Work

In zijn ultra-duurzame hoofdkantoor heeft CapitalatWork een mini-dorpje om interactie aan te moedigen. ‘Daar staan de enige koffiemachine en waterfontein, waardoor mensen er automatisch naartoe gaan.’

Het hoofdkantoor van CapitalatWork in Oudergem, een groene Brusselse gemeente aan de rand van het Zoniënwoud, is zo nieuw dat er nog muren wachten op kunst, en vergaderzalen op namen. De vermogensbeheerder deelt de bovenste twee verdiepingen van het kantoorgebouw enkel met fotonicabedrijf Hamamatsu. Gaël Wijngaard, directeur van de Brusselse vestiging van CapitalatWork, moet even spieken naar de Japanse naam naast de lift om op de naam van zijn buren te komen.

Dat is begrijpelijk, want veel contact met die buren is er nog niet geweest. Alle huurders zitten hier pas enkele maanden. Het gebouw is eind vorig jaar opgeleverd door bouwgroep CFE, dat zelf kantoren heeft op drie van de vijf verdiepingen. Eveneens als huurder, want Wood Hub is vorig jaar verkocht aan verzekeraar Ethias.

Het kantoorgebouw doet zijn naam eer aan. Het centrale atrium, dat de kantoorverdiepingen baadt in natuurlijk licht, is bijna volledig aangekleed met hout. Hoog boven de hoofden van bezoekers hangen planten aan kabels. Gevraagd hoe die planten water krijgen, schiet de onthaalmedewerker in de lach. ‘We hebben dat intelligent aangepakt, ze zijn van plastic.’

Wood Hub, ontworpen door architectenbureau ARCHi2000, heeft een geavanceerde draagconstructie van hout en beton, wat zorgt voor een CO2-reductie van 30 procent ten opzichte van een traditioneel betonnen kantoorgebouw. Verwarming en koeling gebeuren met geothermische energie en warmtepompen, en er zijn bijna 300 fotovoltaïsche zonnepanelen. Het energieverbruik bedraagt daardoor slechts 8,6 kilowattuur (kWh) per vierkante meter per jaar, vergeleken met een Belgisch kantoorgemiddelde van 180 kWh.

CapitalatWork was voorheen gevestigd aan de Kroonlaan in Elsene, maar had daar te kampen met verschillende problemen, aldus Wijngaard. ‘De bereikbaarheid met de auto tijdens de spitsuren werd steeds moeilijker, ondanks de ligging aan de rand van Brussel. Bovendien waren er ongemakken die horen bij een verouderd gebouw. Zo moesten we soms ‘s ochtends met kleine verwarmingselementen een vergaderzaal op de juiste temperatuur brengen voordat klanten arriveerden.’

Klanten vinden de nieuwe locatie een verbetering, merkt chief investment officer Erwin Deseyn op. ‘Die is toch meer premium dan de vorige. Twintig jaar geleden hoopten we dat de buurt aan de Kroonlaan echt zou opbloeien, maar dat is nooit gebeurd. Het bleef een halve residentiële buurt die niet erg leeft.’

CapitalatWork was van begin af aan betrokken bij de bouw van Wood Hub. ‘We hebben onze input kunnen geven voor de indeling van onze verdiepingen, en mochten meedenken over de gemeenschappelijke ruimtes’, zegt Wijngaard. ‘Ons interieur is in harmonie met het gebouw. De zwarte accenten aan de buitenkant komen ook binnen terug. Het hout, overal aanwezig, zorgt voor een warmere uitstraling dan een klassiek kantoorgebouw.’ 

De aankleding moest vooral kwaliteit, degelijkheid en professionalisme uitstralen, niet luxe, zegt Deseyn. ‘Als dat laatste de bedoeling was, dan zaten we in een mooi historisch herenhuis, maar dat is niet wat we willen.’

CapitalatWork heeft een modern imago, en wilde dat met de keuze voor Wood Hub versterken, zegt Wijngaard. ‘We kunnen jonge cliënten bijvoorbeeld ontvangen op een terras of op een zitbank om informeel van gedachten te wisselen. Dat spreekt hen meer aan dan aan een klassiek bureau.’

De belangrijkste ontmoetingsplaats in de CapitalatWork-kantoren is de ‘Village’. Het is een multifunctionele ruimte, geschikt om in te werken of voor recepties met klanten. Naast tafels, stoelen en zitbanken is er ook een bar. Op de muur prijkt de slogan ‘People at work to put your capital at work’.

De Village moet de meest levendige plek in het hele gebouw zijn, legt Wijngaard uit. ‘We vonden het belangrijk dat medewerkers elkaar meer zouden zien en dat er meer interactie was tussen de verschillende diensten. Daarom hebben we onze kantoren zo ingericht dat de Village centraal staat. Daar staan de enige koffiemachine en waterfontein, waardoor mensen er automatisch naartoe gaan.’

Het is niet de enige reden waarom werknemers nu meer met elkaar omgaan dan vroeger, merkt Deseyn op. ‘Ook de driehoekige structuur van het gebouw draagt daaraan bij. Daardoor zie je altijd andere afdelingen die je eerder niet zag.’

Vanwege de vakantieperiode is tijdens het bezoek maar een fractie van de veertig personeelsleden van het hoofdkantoor aan het werk. Sowieso zijn die daar zelden allemaal tegelijk. ‘Iedereen werkt een dag per week thuis, en daarnaast kunnen mensen bijvoorbeeld ook een dag werken in ons kantoor in Gent, Antwerpen of Louvain-la-Neuve’, zegt Wijngaard. ‘Daardoor kan het erg schommelen hoe druk het hier is. Zelden zit je twee dagen na elkaar tegenover dezelfde collega.’

Zelfs bij grote drukte is het zelden dringen, merkt Deseyn op. ‘Zo’n tien keer per jaar is iedereen hier, dus ook de mensen van onze andere kantoren. Dan moet er voor iedereen plaats zijn. Dat bepaalt je maximumcapaciteit. Het gevolg is dat we wat ruimer bemeten zitten dan dagelijks nodig is.’

Als de vermogensbeheerder flink groeit, kan de huidige kantoorruimte na verloop van tijd wel vollopen. Maar daar is al een oplossing voor, vertelt Wijngaard. ‘We hebben afgesproken met de verhuurder dat we meer ruimte kunnen krijgen als onze groei dat nodig maakt. We hebben een huurcontract van negen jaar, maar gezien de investeringen die we al hebben gedaan, zien we ons hier nu al langer blijven.’

Dit is deel 8 van de zomerserie ‘Locatie, locatie, locatie’, waarin we prominente, opvallende gebouwen uit de sector uitlichten.

Gerelateerde artikelen op Investment Officer: