Mifid II, de huidige lage rentestand en de daarmee gepaard gaande zoektocht naar efficiëntie, dwongen de financiële sector de afgelopen jaren kritisch naar zichzelf te kijken. En dat leverde veel moois op, vindt Marnix Arickx, voorzitter van de Belgische Vereniging van Asset Managers (BEAMA). ‘De uitdaging is nu om daar helder over te communiceren.’
In tegenstelling tot landen als Nederland en het Verenigd Koninkrijk, waar het provisieverbod ‘mensen met execution only het bos in heeft gestuurd’, koos België duidelijk voor een andere aanpak, legt Arickx uit. Hij vertelt in een gesprek met Investment Officer blij te zijn dat de industrie onder Mifid II ook voor minder vermogende klanten kwaliteitsvolle adviesformules heeft kunnen ontwikkelen.
De keuze van België
‘Het was nooit de bedoeling van de regelgever om mensen uit te sluiten van advies. Toch is dit in sommige landen, zoals het Verenigd Koninkrijk, wel gebeurd. België kiest er duidelijk voor om mensen zo efficiënt mogelijk van advies te blijven voorzien.’
Toch leidt volgens Arickx de politieke keuze om de verantwoordelijkheid voor het financieel welbevinden van klanten bij de adviseur neer te leggen, ‘tot een verarming van het adviesmodel’. Door de torenhoge transparantievereisten kunnen klanten volgens de BEAMA-voorzitter zelfs met simpele vragen niet meer bij hun adviseur terecht.
‘Deze moet nu eerst een hele analyse maken voordat hij op een specifieke vraag over een bepaald fonds een antwoord mag geven. Of wat doe je als een klant je advies niet ter harte wil nemen waardoor zijn portefeuille niet meer in balans is?’
Allemaal redenen waarom de asset managementbedrijven de afgelopen jaren fors hebben ingezet op de verdere ontwikkeling van gemengde- en dakfondsen, zegt hij. Deze oplossingen laten immers toe om via de asset allocatie binnen de fondsenveloppe elke disbalans met betrekking tot het gekozen profiel, ongedaan te maken. Ook is het in Mifid II de verantwoordelijkheid van asset managers om erop toe te zien dat distributeurs enkel producten verkopen aan die klantensegmenten voor wiens profiel de producten bij aanvang zijn ontwikkeld.
Arickx: ‘Dan moet je zelf nog wel kunnen bijsturen. Daarom dat deze fondsen, ik noem ze Mifid-profielfondsen, een zeer efficiënt antwoord op een ingewikkeld vraagstuk zijn gebleken. De uitdaging is nu om de komende jaren steeds meer mensen richting deze fondsen te begeleiden.’
Verdienmodel onder druk
Arickx ziet dat door het samenspel van meer regels en meer transparantie, in combinatie met de huidige lage rente, ook in België het verdienmodel van de financiële sector onder druk staat. Ook de sterke opkomst van passieve producten dwingt de sector nog meer dan vroeger haar toegevoegde waarde voor het voetlicht te brengen. Het is volgens hem onvermijdelijk dat de kosten voor actief beheer ‘onder druk komen’.
‘De toegevoegde waarde van onze sector is duidelijk. Daarover bestaat geen discussie. De kunst is om die ook aan te tonen. Mijn antwoord zou zijn: wees specifiek en communiceer open. Ook over zaken waar je geen “value for money” kunt leveren. Het is de uitdaging voor elk afzonderlijk huis om zijn expertise duidelijk te kunnen demonstreren.’
Doelbewust duurzaam
De ontwikkeling van nieuwe producten die de afgelopen jaren onder invloed van Mifid II heeft plaatsgevonden, had een mooi neveneffect, vertelt Arickx. De sector koos er namelijk doelbewust voor om de nieuwe producten meteen te laten beantwoorden aan de vraag naar meer maatschappelijke verantwoordelijkheid en daar ook nadrukkelijk over te communiceren naar de klant die meer en meer transparantie over zijn belegging vraagt. De nadruk op ESG-criteria is duidelijk een commitment van de hele sector, zegt hij.
‘De maatschappelijke eisen zijn helder: ga verder dan wat strikt noodzakelijk is. Dat is een ingewikkelde oefening. Op zoveel vragen moeten antwoorden worden geformuleerd: hoe definieer je maatschappelijke verantwoordelijkheid? En duurzaamheid? Hoe hard straf je af en wanneer? Bovendien kan je niet altijd bewijzen dat alles perfect in orde is, wat de communicatie hierover niet gemakkelijk maakt. Reden waarom de maatschappij ons tijdens dit proces moet toestaan te kunnen falen en bij te sturen. Het is net als met sport: het moet een beetje pijn doen, ander is de inspanning onvoldoende geweest.’
Disruptie te slim af
Ook op het vlak van digitalisering zullen heel wat inspanningen moeten worden geleverd om aan de vraag van klanten te blijven voldoen. Arickx ziet dat de sector disruptieve nieuwkomers te slim af is door samen te werken aan de ontwikkeling van de blockchaintechnologie, fintechbedrijven binnen de eigen gelederen te integreren, of spin offs te ondersteunen. Toch is het volgens de voorzitter nu nog niet opportuun om als sectororganisatie aan te geven welke weg het best kan worden bewandeld.
‘Daarvoor is het nog te vroeg, we moeten de markten de creatieve concurrentie nog volop laten uitspelen. Toch ben ik er zeker van dat onze sector niet dezelfde fouten maakt als de retailindustrie waar grote spelers de boot van de digitalisering misten en zelfs kopje onder gingen. Financials zijn niet bang voor innovatie. Het zit juist in ons DNA om nieuwe uitdagingen met beide handen aan te pakken en er maximaal van te profiteren. Dat is goed voor onszelf, en nog beter voor ons klanten.’