‘Groene consumptie’ is een term die voor veel mensen veel verschillende dingen betekent. Laten we bij deze trend eens kijken naar het aspect voeding, in het bijzonder naar voedingsingrediënten en hoe voedsel wordt verbouwd. De meeste consumenten leggen bij groene consumptie gelijk een verband met ‘natuurlijk’, zoals voedsel dat biologisch geteeld wordt en vrij is van chemicaliën, kunstmatige ingrediënten en genetisch gemodificeerde organismen (GGO’s).
Volgens een onderzoek door Nielsen (Nielsen.com, 2016) wil 58% van de consumenten wereldwijd meer producten op natuurlijke basis. Daarnaast heeft een onderzoek van Euromonitor uitgewezen dat 30% van de consumenten “zorgvuldig de voedingsetiketten op de verpakking van eten en drinken leest” (Financial Times, 2018). De afgelopen tien jaar is de categorie ‘gezond’ voedsel in omvang bijna verdubbeld (zie grafiek 1), en deze zal naar verwachting binnen enkele jaren versneld verder groeien naar USD 1 biljoen.
Grafiek 1 – Global retail sales (off-trade), USDbn, fixed 2017 exchange rates
Biologische landbouw – een investering op lange termijn
Terwijl de markt voor gezond voedsel enorm groot is, groeit het landbouwareaal voor biologische landbouw maar langzaam; het maakt minder dan 10% van de totale landbouwgrond in de EU uit en een magere 1% in de VS. Biologische landbouw is niet louter een kwestie van de chemicaliënkraan dichtdraaien: boeren moeten leren de grond te bewerken met voedingsstoffen die geen kunstmest bevatten en onkruid en insecten te bestrijden zonder pesticiden. Er moet dus nog een heel leerproces doorlopen worden.
Biologische landbouw vereist andere werktuigen en andere, omvangrijke investeringen en is arbeidsintensiever, vooral op het vlak van onkruidbestrijding. De regelgeving schrijft bovendien gewasrotatie voor, waardoor het aantal oogsten per jaar minder wordt. Dit maakt dat biologische systemen over het algemeen pas na een overgangsperiode van vijf jaar qua winstgevendheid kunnen concurreren met de traditionele.
Wanneer biologische technieken eenmaal zijn verwezenlijkt, zijn ze superieur aan die van de traditionele landbouw, aangezien ze 45% minder energie verbruiken, 40% minder koolstof produceren en de bodem eerder gezond maken dan uitputten. Naarmate de bodem gezonder wordt, sijpelt er 15 à 20% meer water door naar organische systemen, waardoor de grondwaterreserves worden aangevuld en de vruchtbaarheid van de bodem toeneemt (Rodaleinstitute.org).
Producenten wereldwijd werken samen met boeren
Om de productie te verbeteren en de boeren commercieel te steunen, raken grote merken steeds meer bij biologische landbouw betrokken. Zo produceert PureCircle de natuurlijke zoetstof stevia – de steviaplant, die ongeveer 40 keer zo zoet is als suiker, vraagt minder landbouwgrond en kan maar liefst vier keer per jaar worden geoogst, wat een stabieler inkomen voor de boeren oplevert. Een ander voorbeeld is Unilever Hindustan, dat 8.000 Indiase boeren helpt met het optimaliseren van de tomatenteelt op bijna 4500 hectare landbouwgrond. Een laatste voorbeeld is Mondelez. Deze vooraanstaande chocoladeproducent werkt samen met de regeringen en landbouwgemeenschappen in Ghana en Ivoorkust om een einde te maken aan de ontbossing in beide landen. Dit is een belangrijk doel, aangezien Ghana en Ivoorkust samen 60% van de cacaoproductie in de wereld leveren. Dit verklaart deels waarom het team voor fundamentele aandelenbeleggingen van Nordea Asset Management (NAM) Mondelez International aan hun Global Stars Equity strategie heeft toegevoegd.
Ingrediënten doen ertoe en consumenten zijn bereid meer te betalen voor ‘clean labels’
‘Clean label’ is inmiddels een allesomvattende begrip geworden voor gezond en duurzaam voedsel. Jonge consumenten zijn het meest bereid om daar een hogere prijs voor te betalen (zie grafiek 2). De behoefte aan gezonde en natuurlijke babyvoeding kan een belangrijke rol spelen in de bereidheid van millennials om meer te betalen voor clean labels.
Grafiek 2 – Percentage van consumenten die bereid zijn om voor gezond en duurzaam voedsel een hogere prijs te betalen (Kerry Property Consumer Research, 2017)
Ingrediënten zijn bepalend voor wat consumenten als gezond voedsel zien. Dit is een aspect dat steeds meer terrein wint, naarmate steeds meer consumenten op zoek zijn naar gezondere voeding. Binnen de groep van wereldwijde toonaangevende bedrijven in voedselveilige ingrediënten en smaakstoffen staat Kerry Group, een van de grootste posities van de Global Stars Equity strategie, erom bekend samen met zijn klanten voedseloplossingen te bedenken, zoals een gekweekt selderproduct met een natuurlijke textuur dat ook na de houdbaarheidsperiode die voor vleesproducten geldt zijn verse smaak behoudt.
Ook International Flavors and Fragrances (IFF), een andere positie in de Global Stars Equity strategie, speelt in op de megatrend van gezond voedsel. Dit bedrijf, dat geur- en smaakstoffen aan de voedingsindustrie levert, werd onlangs eigenaar van Frutarom, een leverancier van specerijen en fruitingrediënten. Een ander bedrijf, Symrise, levert smaakoplossingen voor voedingsproducten en heeft zich ten doel gesteld om vanaf 2020 alleen nog maar hoofdingrediënten te produceren die uit duurzame bronnen afkomstig zijn. Aangezien Symrise in 40 landen opereert en meer dan 5000 leveranciers over de hele wereld telt, is dit een ambitieuze doelstelling.
Pleidooi voor achterwaartse integratie: Symrise
Door de toevoerketen scherp te controleren, kunnen ingrediëntenleveranciers de kwaliteit waarborgen en ervoor instaan dat hun toeleveranciers duurzame praktijken toepassen. Economisch gezien leidt een sterke, achterwaarts geïntegreerde band met de toeleveranciers ertoe dat de gebruikte grondstoffen tot een minimum beperkt worden, wat weer uitmondt in lagere productiekosten. Met achterwaartse integratie kan ook een stevig fundament worden gelegd voor toekomstige samenwerkingsverbanden.
Neem bijvoorbeeld de rode biet, een belangrijke bron van natuurlijke voedselkleuring. In Frankrijk daalde onlangs de rode-bietenoogst van 80 naar 10 à 20 ton door schimmel, die ook de kleur aantastte. In plaats van de samenwerking met de producenten te beëindigen, zocht Symrise samen met de telers naar een oplossing. Zo hebben ze alternatieve irrigatieschema’s en watervolumes toegepast en zijn de meststoffen en ploegplaatsen gewijzigd. De resultaten zijn bemoedigend en kunnen ertoe bijdragen dat een dergelijk incident in de toekomst voorkomen wordt.
The Mean Green Machine?
Toen Amazon in 2017 de in duurzame voeding gespecialiseerde retailer Whole Foods overnam, kregen traditionele retailers in voeding de koude rillingen: als Amazon in staat was om het winkelgedrag van mensen voor het kopen van boeken te wijzigen, waarom dan ook niet dat voor broccoli en eieren? Vandaag de dag telt Amazon meer dan 300 miljoen actieve gebruikers – een krachtig forum voor het toekennen van prioriteit aan groene consumptie. De bezoekers van de virtuele groentewinkel van Amazon kunnen zelf bepalen aan welke eigenschappen hun voedsel moet voldoen. De zoekopdracht “biologisch” en “GGO-vrij” levert in plaats van duizenden een bescheiden 149 zoekresultaten op. Dat betekent dat er hier nog behoorlijk veel ruimte voor groei is. Het succes van voedselproducenten in de toekomst zal deels afhangen van hun vermogen om producten met het juiste etiket in het virtuele schap van Amazon te plaatsen. Voor zij die dat doen zou de weg naar succes wel eens open kunnen liggen.
Door Hilde Jenssen, Product Manager van het team voor fundamentele aandelenbeleggingen van Nordea Asset Management