Dit artikel wordt u aangeboden door Van Lanschot Kempen Investment Management.

Landbouw voor een betere toekomt

De landbouwsector speelt een belangrijke rol bij verschillende grote problemen waar onze samenleving zich op dit moment voor gesteld ziet: de noodzaak om voldoende en gezond voedsel te produceren, verslechtering van de bodemkwaliteit, verlies van biodiversiteit en de opwarming van de aarde. Intensieve moderne landbouwmethodes hebben hier een groot aandeel in gehad.

Regeneratieve landbouw biedt oplossingen voor verscheidene problemen waar de landbouw mee te maken heeft. Wij zijn van mening dat beleggers actief moeten worden in de transitie naar een duurzamer voedsel- en landbouwsysteem. En dat landbouwgrond een belangrijkere plaats kan innemen in de portefeuilles van institutionele beleggers. Op de lange termijn kan dit ook aantrekkelijke inkomsten en vermogensgroei opleveren.

In dit rapport nemen wij de regeneratieve landbouwmethodes onder de loep en kijken wij hoe het werkt in de praktijk, wat het verschil is met conventionele landbouw en waarom het cruciaal is dat er nu actie wordt ondernomen.

Regeneratieve versus conventionele landbouw
In de afgelopen decennia hebben moderne landbouwmethodes gezorgd voor een enorme verbetering van de gewasopbrengst. Dankzij deze ‘groene revolutie’ kon honger met succes worden bestreden. Maar de gezondheid en vruchtbaarheid van de bodem zijn tegelijkertijd sterk verslechterd en het verlies van biodiversiteit heeft een kritiek stadium bereikt. De ongerustheid over hoe er met eindige hulpbronnen genoeg gezond voedsel voor de wereldbevolking kan worden geproduceerd neemt toe.

In haar Global Risks Report 2022 wijst het World Economic Forum (WEF) het verlies van biodiversiteit aan als de op twee na grootste bedreiging voor de aarde op een termijn van 10 jaar. Het WEF raamt dat 50% van de wereldeconomie wordt bedreigd door het verlies van biodiversiteit.

De conventionele landbouw speelt hierbij een cruciale rol. De landbouw is verantwoordelijk voor ongeveer een kwart van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen. En 50% van het verlies van biodiversiteit in zoet water is toe te schrijven aan voedselsystemen , terwijl voedselproductie verantwoordelijk is voor 70% van de hoeveelheid zoet water die uit de natuur wordt onttrokken. 

De conventionele landbouw werkt over het algemeen ‘tegen’ de natuur in: onkruid wordt bestreden en schimmels worden gedood. Daarbij wordt voorbij gegaan aan de neiging van de natuur om zichzelf te helen.

Regeneratieve landbouw, daarentegen, helpt de natuur om zichzelf te herstellen. Dit gebeurt door gebruik te maken van de natuurlijke tendens van ecosystemen om te regenereren wanneer ze worden verstoord.

Bij regeneratieve landbouw wordt gestreefd naar het verbeteren van de vruchtbaarheid van de bodem, het waterbeheer en de biodiversiteit, waardoor de opbrengst wordt vergroot en tegelijkertijd de milieu-impact wordt verminderd. Deze benadering bevordert ook het maatschappelijke en economische welzijn van boeren en van de agrarische gemeenschap in het algemeen.

Een belangrijk aspect is dat regeneratieve landbouwmethodes ook de opwarming van de aarde kunnen helpen beperken door ervoor te zorgen dat de bodem meer CO2 kan vasthouden. In een gezonde bodem kunnen planten efficiënt CO2 aan de atmosfeer onttrekken en opslaan. Bovendien helpen regeneratieve technieken om de biodiversiteit te herstellen en het waterverbruik te verminderen.

Meetbare impact
Regeneratieve landbouw is uniek in vergelijking met andere duurzame of biologische landbouwsystemen, omdat het zich richt op kwantitatieve, meetbare resultaten, zonder dogmatisch voor te schrijven hoe deze uitkomsten moeten worden gerealiseerd. Een regeneratieve benadering maakt duidelijk of onze duurzaamheidsdoelen - zoals gezonder voedsel met meer voedingsstoffen, natuurherstel of schoon water – echt worden gehaald.

Het doel is ook om de ‘natuurlijke cyclus’ zoveel mogelijk te sluiten: alles wat je aan het ecosysteem onttrekt (bodem, water, biodiversiteit), moet er ook weer in terugkeren. Het einddoel is een ecologisch duurzaam, gezond en sterk voedselsysteem. Regenereren gaat verder dan de E van ESG. Het gaat ook om het regenereren van een generatie boeren met een gezonder toekomstperspectief, dat meer voldoening oplevert.

Moderne technologie kan hierbij helpen. Gewassen kunnen worden beheerd door de variabelen te observeren en te meten met satellietnavigatie- en geografische datasystemen. Hiervoor kunnen ook sensoren op machines of op het land worden ingezet. De data die worden verzameld over de toestand van de bodem, het klimaat en gewassen worden gebruikt om de besluitvorming en het gebruik van hulpbronnen te optimaliseren. Dat bevordert een efficiënter en duurzamer landbouwsysteem. Het belangrijkste doel is hogere opbrengsten realiseren met minder hulpstoffen.

Regeneratieve landbouw in de praktijk
Er zijn zes kernprincipes:

1. Circulaire landbouw bevorderen:
het doel is de ‘natuurlijke cyclus’ zoveel mogelijk te sluiten, d.w.z. alles wat je aan het ecosysteem onttrekt (bodem, water, biodiversiteit), moet er ook weer in terugkomen. Kiezen voor natuurlijke bemesting, bijvoorbeeld met compost en plantenresten, en vermindering van het gebruik van pesticiden helpen om de bodem te verrijken. Deze houden het ecosysteem van de bodem gezond, dat daardoor het leven van planten en microben kan ondersteunen. Bij langdurig gebruik van chemische meststoffen, daarentegen, verzuurt de bodem, waardoor de hoeveelheid humus afneemt en de bodem minder goed kan filteren en water kan vasthouden. Een te zwaar bemest perceel kan snel onbruikbaar worden voor landbouw.

2. Diversiteit van gewassen toepassen:
door de gewassen op verschillende percelen te roteren, kan een boer het verlies van voedingsstoffen dat optreedt wanneer hetzelfde gewas keer op keer wordt geplant beperken. Sommige planten halen bepaalde voedingsstoffen uit de bodem, terwijl andere die van nature weer teruggeven. Rotatie heeft ook het voordeel dat door de toename van de microbiële activiteit meer organische stoffen in de bodem worden omgezet in humus, wat ook zorgt voor opslag van CO2. Bovendien maakt gewasrotatie onkruid beter beheersbaar.

3. Biodiversiteit bevorderen:
biodiverse stroken, zoals heggen, wetlands en corridors voor dieren, spelen een belangrijke rol bij regeneratieve landbouw. Zij bevorderen de gezondheid van ecosystemen en voorkomen erosie. Ze zijn ook een toevluchtsoord voor insecten, bijen, vogels en andere organismen die een cruciale rol spelen bij bestuiving, bestrijding van ziektes en ongedierte en de gezondheid van de bodem. Door deze organismen aan te trekken, kunnen boeren minder afhankelijk worden van pesticiden en de natuurlijke bestrijding van ongedierte en ziektes aanwakkeren.

4. Dekgewassen toepassen:
ongeacht het grondgebruik, moet de bodem altijd bedekt worden door groeiende planten en/of plantresten, zodat de grond CO2 uit biomassa kan accumuleren en erosie en verzilting worden voorkomen. Dekgewassen verbeteren ook de fysieke eigenschappen van de bodem. Een gezonde bodem kan worden gezien als een spons die lucht bevat en water kan opnemen.

5. De bodem beschermen tegen erosie of verdichting:
het tegenovergestelde van een spons is een hard vlak oppervlak waarin geen lucht of water kan doordringen. Verdichting kan worden vermeden door lichte machines te gebruiken en door terrassen, drainagesystemen en dekgewassen toe te passen.

6. Geen grondbewerking:
door grondbewerking kunnen harde, compacte bodems open worden gemaakt, maar dit is slechts een kortetermijnoplossing. Grondbewerking is op lange termijn niet gezond: de bodem wordt hierdoor blootgesteld aan meer zuurstof, dit bevordert de verdere afbraak van organische stof en voorheen stabiele CO2 in de bodem komt vrij als broeikasgas.

Symbiose is essentieel
Deze praktische principes dragen bij aan het uiteindelijke doel om de bodem te beschermen en te regenereren. Want op een diepte van slechts 30 cm bevindt zich een complex, symbiotisch, efficiënt maar ook uiterst kwetsbaar systeem van microbieel leven en schimmeldraadjes, waardoor planten worden gevoed en voedsel op geavanceerde wijze kan worden geproduceerd.

Deze ‘fabriek’ draait kosteloos en produceert niet alleen voedsel, maar absorbeert ook stikstof uit de lucht, waardoor dit beschikbaar komt voor planten in ruil voor suikers (nitrificatie). De fabriek haalt mineralen en microvoedingsstoffen uit zand, klei en steen. CO2 wordt omgezet in organische materie, wat vervolgens weer de plant voedt.

Dit is de zone (met een gewicht van vijf koeien aan microbieel leven per hectare) waarvan de mensheid afhankelijk is. En het is ook deze zone die in de traditionele landbouw wordt genegeerd. Wanneer een ploeg van 50 cm diep zich door het web van schimmels – dat essentieel is voor de gezondheid van planten die daarop groeien - heen werkt, verdwijnt de symbiose tussen plantenwortels en schimmels waarvan wij afhankelijk zijn.

Als deze symbiose eenmaal is genegeerd en verstoord, keert deze slechts langzaam weer terug. Het kost tijd en moeite om het bodemevenwicht te herstellen en het samenspel tussen planten, insecten, wormen, bacteriën en schimmels te regenereren. Dit is waar regeneratieve landbouw om draait: het benutten van de oplossingen die natuurlijk kapitaal biedt en alleen hulpmiddelen toevoegen die helpen om het natuurlijke systeem tot bloei te brengen.

Hoe boek je vooruitgang?
Van aardappeltelers in de VS tot biologische groentekwekers in Denemarken en producenten van boomnoten in Australië: Van Lanschot Kempen maakt met boeren gedetailleerde afspraken over het bereiken van SDG-doelen. Deze boeren staan achter deze doelen en laten bovendien zien dat regeneratieve methodes veel voordelen kunnen bieden, zowel in financieel en ecologisch opzicht als in termen van lokaal welzijn.

Maar hoewel boeren voortgang boeken, moeten ook anderen aan de slag. Ook consumenten moeten een actievere rol gaan spelen bij de voedseltransitie en vragen om gezonder voedsel en een gezonder milieu. Een positieve ontwikkeling is dat winkeliers en voedselproducenten al inspelen op de vraag vanuit klanten. Veel grote producenten hebben reeds regeneratieve voedselprogramma’s opgezet met duidelijke doelstellingen, waarbij deelnemende boeren goed worden beloond. Regeneratief wordt langzaamaan de norm voor veel voedselproducenten - en voor winkeliers die hun eigen merken en standaarden ontwikkelen.

Bovendien groeit het netwerk rond de boeren dat de transitie naar regeneratieve methodes faciliteert. Dit omvat onder meer universiteiten, praktijkonderwijs, adviseurs en leveranciers van machines, zaden en plantmateriaal. We zien een sterke toename van de investeringen in noodzakelijke technologie en knowhow. Tot slot leveren ook accountants een belangrijke bijdrage door medewerkers op te leiden voor het certificeren van regeneratieve systemen en uitkomsten. Dit gaat greenwashing tegen en zorgt ervoor dat dit geen voorbijgaande trend wordt.

Succes vereist een heel nieuw ecosysteem. Van Lanschot Kempen gaat niet alleen gaat actief in gesprek met boeren, maar zeker ook met de belangrijke partijen en partners binnen de hele waardeketen.

Beleggen, geen liefdadigheid
Institutioneel kapitaal kan een doorslaggevende rol spelen bij de transformatie van landbouw naar een regeneratief systeem. Dit is geen liefdadigheid, waarbij rendement van ondergeschikt belang is. Beleggen in regeneratieve boerenbedrijven en landbouwmethodes betekent beleggen voor de lange termijn in reële activa, waarbij financieel rendement hand in hand gaat met duurzaam rendement. Onze boeren kunnen laten zien hoe regeneratieve landbouw een positieve impact kan hebben op het resultaat onder de streep: als de hoeveelheid organisch materiaal in de bodem toeneemt, zijn er bijvoorbeeld minder synthetische middelen nodig en kunnen de bedrijfskosten dalen en de marges toenemen.

Voor beleggers liggen er dus kansen om op langere termijn aantrekkelijke inkomsten en vermogensgroei te realiseren, samen met een gezonder en duurzamer landbouwsysteem waar ook toekomstige generaties plezier van zullen hebben.

Wil je meer weten?
Bezoek onze website voor meer informatie en om onze whitepaper “Ontsluit het potentieel van natuurlijk kapitaal” te downloaden.

Algemene risico’s om rekening mee te houden bij het investeren in landbouwgrond
Houd er rekening mee dat alle beleggingen onderhevig zijn aan marktschommelingen. Beleggen in landbouwgrond heeft een gemiddeld risico. Deze categorieën zijn over het algemeen gekenmerkt door stabiele inkomsten en relatief stabiele onderpanden. Aan de andere kant kan de verhandelbaarheid beperkt zijn.

Disclaimer 
Dit is een marketingboodschap.
Van Lanschot Kempen Investment Management NV heeft een vergunning als beheermaatschappij en staat onder toezicht van de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Het Fonds is geregistreerd onder de vergunning van Van Lanschot Kempen Investment Management NV bij de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Het Fonds is aangemeld voor aanbieding in een beperkt aantal landen. De landen waar het Fonds is aangemeld zijn te vinden op de website. Het Fonds is alleen beschikbaar voor professionele beleggers. De informatie in dit document biedt onvoldoende informatie voor een beleggingsbeslissing. Lees het prospectus (beschikbaar in het Engels) en de duurzaamheidsgerelateerde informatie voordat u een beleggingsbeslissing neemt. Deze documenten van het Fonds zijn beschikbaar op de website van VLK (vanlanschotkempen.com/nl/investment- management/fund-library). De informatie op de website is (gedeeltelijk) beschikbaar in het Nederlands en Engels. Hier vind je ook onze duurzaamheidsgerelateerde toelichtingen.

Risicokapitaal
De waarde van beleggingen en de inkomsten daaruit kunnen zowel dalen als stijgen en zijn niet gegarandeerd. Beleggers krijgen mogelijk niet het oorspronkelijk geïnvesteerd bedrag. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst.